DOSSIER MOBILITEIT. De fiets als grote boeman: “Voor veel mensen is fietsen een tweede natuur, voor mij niet”

Links van je steekt een voetganger nog snel de straat over, rechts vlamt er een step voorbij en voor je wachten die verdomde tramsporen. Bij velen schiet de hartslag de lucht in, bij Luana Di Giorgi (20) en Sacha Morgan (26) gaat die ver over de rooie. Zij zijn als de pest voor fietsen, zeker in Antwerpen. “De infrastructuur hier leent zich niet voor fietsers”, verklaart Luana.
Door Emma Van Avermaet en Fleur Iven

Volgens Vias, centrum voor verkeersveiligheid, is het aantal fietsslachtoffers in 2022 flink gestegen. Er waren zo’n 18 procent meer fietsongevallen dan in 2021, goed voor 28 procent van het totale aantal niet-dodelijke ongevallen. De cijfers zijn mede te verklaren door een stijging van het aantal fietsers. Die toename in combinatie met de vele fietsslachtoffers zorgt voor sommige jongeren voor meer angst, zeker in een grootstad. Luana en Sacha kiezen sinds ze in Antwerpen verblijven liever voor een alternatief.

Gevaar om elke hoek

Luana Di Giorgi voelt zich in het algemeen niet comfortabel op de fiets, maar in Antwerpen neemt haar angst nog grotere proporties aan. “Hier komt er nog extra druk bij. Ik kom uit Maasmechelen en studeer sinds twee jaar in Antwerpen. Het is geen promospot voor Limburg, maar daar investeren ze in een goede fietsinfrastructuur, hier niet. Het gevaar loert om elke hoek en je moet pal door het volk manoeuvreren. Ik heb schrik dat ik iemand aanrijd of dat iemand mij aanrijdt.”

“Een groot deel van mijn onzekerheid leg ik in het mandje van de stad. De infrastructuur in Antwerpen leent zich niet voor fietsers. Nog voor ik hier kwam wonen, was ik al panisch voor die tramsporen. Het is toch niet normaal dat er zoveel ongelukken gebeuren, zonder concrete oplossingen?” 

Van de fiets springen

“Als kind kampte ik met motorische problemen. Daardoor kreeg ik fietsen erg laat onder de knie. Pas op mijn zevende kon ik zonder zijwieltjes de baan op. De angst en onzekerheid heeft er dus altijd flink ingezeten.”

“Ik moet met mijn tippen de grond raken of ik sla in blinde paniek”

“Op mijn zestiende verrasten mijn ouders mij met een nieuwe fiets, maar ik raakte met mijn voeten de grond niet. Ik heb die doorgespeeld aan mijn mama, omdat ik er niet op durfde fietsen. Thuis heb ik nog steeds een tienermodel staan. Ik moet met mijn tippen de grond raken of ik sla in blinde paniek. Ik denk niet meer logisch na. In plaats van te remmen bij een onverwachte verkeerssituatie, spring ik gewoon van mijn fiets.” 

Verkeersangst

“De angst voor onverwachtse verkeerssituaties kan je doortrekken naar het verkeer tout court. Noem het gerust verkeersangst. Tijdens de rijles heb ik geen schrik om op de autosnelweg te rijden, of met de fiets op het fietspad, maar vanaf het moment dat er verschillende weggebruikers samenkomen, voel ik de angst toenemen.”

“De ene keer zijn voetgangers de baas, de andere keer fietsers en de keer daarop de auto’s”

“Ik spreek niet vaak over, omdat ik dan vaak verwijten krijg dat ik lui ben. Terwijl dat helemaal niet het probleem is. Als ik meefiets met een groep voel ik mij dan ook een last. Er wordt ook altijd wat lacherig over gedaan, als ik mijn angst eens op tafel leg. Eigenlijk vind ik dat wel erg, want ik vertel er daarom ook niet graag over. Voor veel mensen is fietsen een tweede natuur, maar voor mij niet, zeker niet in Antwerpen.”

 Schrik van elkaar

“Aan de ene kant hoop ik dat mijn vrienden wat meer begrip tonen door hun tempo aan te passen of mij op mijn gemak te stellen. Aan de andere kant hoop ik dat de steden hun infrastructuur aanpassen. Dan heb ik het bijvoorbeeld over meer toegankelijke fietspaden of meer focus op een helm. Er heerst nog steeds een taboe rond, waardoor ik het ook niet vaak aandoe. Iedereen weet hoe belangrijk een helm is, maar niemand draagt het.”

 “Tot slot vind ik ook dat het verkeersgedrag stevig onder de loep genomen moet worden. Iedereen eist hier zijn plek op, waardoor iedereen schrik heeft van elkaar. De ene keer zijn de voetgangers de baas, de andere keer de fietsers en de keer daarop de auto’s. Van die hiërarchie moeten we afstappen.”

Luana Di Giorgi mijdt de fiets in Antwerpen.

Negatieve ervaring

Sacha Morgan (26) fietste vroeger regelmatig, maar dat is anders sinds ze in Antwerpen woont. “Mensen rijden heel gevaarlijk hier, zowel met de fiets als met de auto. Ik heb al een paar keer geprobeerd te fietsen in de stad en dat was elke keer een negatieve ervaring. Dat heeft me ontmoedigd: ik kies er nu voor om het openbaar vervoer te gebruiken of, liefst, te wandelen. Dat gaat wel in Antwerpen, het centrum is niet zo groot.”

“De toeristen lopen rond met hun hoofd in de wolken”

Sacha is dan ook enorm bang om in het centrum op de fiets te stappen. “Ik schrik de hele tijd van mensen die opeens oversteken, waardoor ik de hele tijd moet remmen. Via de Meir fietsen lukt al helemaal niet. De toeristen die daar elke dag rondlopen lopen met hun hoofd in de wolken: ze kijken totaal niet rond zich en stoppen zelfs soms recht voor je wiel.”

Snelwandelen

“Wat mij vooral tegenhoudt, is dat ik bang ben om te vallen door tramsporen, drempels of andere mensen. Een helm is voor mij niet genoeg om me veilig te voelen. Veel van mijn vrienden zijn namelijk al flink gevallen tijdens het fietsen, inclusief gebroken tanden of ledematen. Daar denk ik aan als ik op de fiets stap”, huivert Sacha. “Wanneer ik wandel voel ik mij veel veiliger en stabieler. Ik ben bovendien een snelle wandelaar. In de zomer is dat natuurlijk minder ideaal: zo kom je al sneller helemaal bezweet aan.”

“Ik begrijp dat de stad niet kan ingericht worden naar de noden van één vervoermiddel, maar een beetje extra veiligheid zou fijn zijn. Zoals op de Turnhoutsebaan, waar ze een soort van fietsstraat hebben aangelegd. Dat is een goed voorbeeld van hoe het beter kan”, voegt ze toe.

Sacha is vooral bang om in de tramsporen te blijven hangen met de fiets.

 

By | 2023-06-09T22:14:27+02:00 juni 9th, 2023|Dossiers|0 Comments

About the Author: