In onze rubriek ‘Jong Geluid’ vragen we elke week jongeren in de Triangelbuurt naar hun mening over actuele thema’s die hen raken. Na de laatste wedstrijd van de Rode Duivels zei Dodi Lukebakio in een interview dat de pers te negatief is over de prestaties van de ploeg. Wat vinden de jongeren over hoe de media onze nationale voetbalploeg in beeld brengt?
De Rode Duivels kennen weer een nieuw dieptepunt, ze verloren afgelopen weekend de laatste wedstrijd in de Nations League met 1-0 van Israël. Momenteel valt er niet veel positiefs te zeggen over de ploeg, en dat heeft ook Dodi Lukebakio gemerkt. “Mijn probleem is dat we in ons land veel te negatief zijn, terwijl we elkaar in deze situatie net moeten steunen”, zei de middenvelder na afloop in een interview. Zijn de jongeren in de Triangelwijk het hier mee eens?
Daan (18): “Op een positieve manier zeggen waar het op staat”
“De media is in het algemeen negatief maar soms is dat nodig. Het gaat slecht dus het is belangrijk dat het beter gaat en ik denk dat dat alleen mogelijk is door positief te blijven. Er moet gewerkt worden en dat mag ook gezegd worden. Ik vind het goed wanneer de media op een constructieve manier zegt waar het op staat en aangeeft dat het beter moet”
Brian (18):”Je staat niet in hun schoenen”
“Ik vind dat de media veel te negatief is over de Rode Duivels. Het is hun rol om commentaar te geven op de prestaties, maar soms moeten ze die wat relativeren. Je staat niet zelf op het veld, dus kan ook niet weten hoe het is om die wedstrijden te spelen. Niemand staat in hun schoenen.”
Sara (20): “Media mag toegeven als het slecht gaat”
“De pers is vrij negatief over de ploeg, maar we moeten ook eerlijk zijn. Ze zijn niet bepaald schitterend bezig, de samenhang van de groep is gewoon niet goed. Dan vind ik dat de media dat wel mag toegeven en mag zeggen dat het niet goed is. Die negatieve aandacht, die komt ook van ergens, de ploeg heeft dat zelf voor een stuk veroorzaakt. De media kan het wat delicater verwoorden, maar iedereen bekijkt dat nieuws op hun eigen manier en vormt dan zo een eigen mening.”